Wat bepaalt de kwaliteit en efficiëntie van een las? Bij laserlassen is de instelling van het vermogen cruciaal. Dit artikel gaat in op de invloed van laservermogen op het lasresultaat, van inbranddiepte tot lassnelheid. Lezers leren de principes achter laserlassen, de relatie tussen vermogen en laskwaliteit en praktische tips voor het optimaliseren van lasprocessen. Bereid je voor op een beter begrip van de wetenschap die perfecte lassen vormt en verbeter je lasvaardigheden.
Lees dit artikel met de volgende vragen:
1) Volgens de vermogensdichtheid en lasvormingskenmerken:
2) Volgens de laseruitgangsmodus:
Fig. 1 Schematisch diagram van gepulseerd laserlassen en continu laserlassen
De keuze van P (laservermogen) is gebaseerd op de dikte van de plaat. P bepaalt de vermogensdichtheid van de laserstraal en beïnvloedt zowel de penetratiediepte als de lassnelheid.
Fig.2 Curve van vermogensdichtheid en metaaltemperatuur met de tijd
Zoals geïllustreerd in de figuur, hoe groter het vermogen (P/kw), hoe dieper de penetratie en vice versa.
Fig. 3 Relatie tussen laserpenetratie en vermogen
Aanvullende kennispunten:
De vormfactor van een las wordt in GB/T3375-1994 gedefinieerd als de verhouding tussen de lasbreedte (B) en de berekende lasdikte (H) op de doorsnede van een enkele las (φ = B/H), zoals weergegeven in figuur 4.
Een kleine vormfactor resulteert in een smalle en diepe las. Het midden van de las heeft echter de neiging tot hogere concentraties onzuiverheden en een slechte weerstand tegen thermische scheuren door regionale segregatie. Daarom mag de vormfactor niet te klein zijn.
De vormfactor van de las moet bijvoorbeeld groter zijn dan 1,3, wat betekent dat de breedte van de las minstens 1,3 keer de berekende dikte van de las moet zijn.
Fig. 4 Laservermogen en -snelheid bepalen de lasvorming
Fig. 5 Relatie tussen lassnelheid en laservermogen
Fig. 6 Veranderingen van inbranding en lassnelheid van laag koolstofstaal onder verschillende vermogens
Het laserlasvermogen bepaalt de vermogensdichtheid van het punt en regelt de inbranddiepte en lassnelheid. Als het laservermogen toeneemt, nemen zowel de lassnelheid als de inbranddiepte toe.