Heb je je ooit afgevraagd hoe metalen veranderen in alledaagse voorwerpen? Dit artikel ontrafelt de verschillen tussen smeden, stampen en gieten, drie fundamentele productieprocessen. Je ontdekt hoe elke methode op unieke wijze materialen vormt, welke specifieke technieken daarbij komen kijken en wat de resulterende productkenmerken zijn. Aan het eind begrijp je welk proces het meest geschikt is voor verschillende toepassingen en waarom deze methoden cruciaal zijn in de productie-industrie.
(1) Gieten:
Hierbij wordt vormloos vloeibaar metaal omgezet in een vast voorwerp met een specifieke vorm.
Smeden: Hierbij wordt een vast voorwerp van de ene vorm omgezet in een andere vorm.
Gieten is vergelijkbaar met het gieten van was. Je koopt de was (schrootstaal of ruwijzer), smelt het tot een vloeistof, giet het in een mal en verkrijgt voorwerpen met verschillende vormen (vast-vloeibaar-vast proces).
Smeden daarentegen lijkt op het maken van deeglapjes. Je kneedt kleine deegballetjes, doet ze in een mal en maakt producten met verschillende vormen. In wezen kan een vaste stof bij hoge temperaturen opnieuw worden gevormd (solid-to-solid proces).
Gieten verwijst naar het proces waarbij gesmolten metaal in een mal wordt gegoten om gietstukken te verkrijgen. De specialiteit gieten richt zich op het smeltproces van metaal en de controle van de gietproces.
Smeden is kunststof gieten in vaste vorm, met warme en koude bewerkingen. Bewerkingen zoals extruderen, trekken, stuiken en ponsen maken allemaal deel uit van smeden.
(2) Smeden is een geleidelijke vormgeving, terwijl gieten een eenmalige vormgeving is.
Gieten: Gesmolten vloeibaar metaal vult de vormholte en koelt af. Er ontstaan gemakkelijk gasgaten in het midden van het werkstuk.
Smeden: Maakt voornamelijk gebruik van de extrusiemethode om vorm te geven onder hoge temperaturen. Het kan de korrels in het werkstuk verfijnen.
Bij vrij smeden wordt een verwarmde metalen blenk tussen het bovenste en onderste aambeeld van de smeedmachine geplaatst, wordt er een stootkracht of druk uitgeoefend, waardoor de blenk direct plastische vervorming ondergaat en het gewenste gesmede onderdeel wordt verkregen.
Vrij smeden is flexibel in gebruik en door zijn eenvoudige vorm geschikt voor enkelstuks, kleine series en zware smeedproducten. Het is onderverdeeld in vrij smeden met de hand en vrij smeden met de machine.
Handmatig vrij smeden heeft een lage productie-efficiëntie en een hoge arbeidsintensiteit, en wordt alleen gebruikt voor reparatie of eenvoudige, kleine smeden in kleine series.
In de moderne industriële productie is het smeden zonder machines de belangrijkste productiemethode geworden en het speelt een bijzonder belangrijke rol in de productie van zware machines.
Bij het matrijssmeden, ook wel modelsmeden genoemd, wordt de verwarmde blenk in de matrijs gevormd. smeedmatrijs vast op de smeedapparatuur.
Matrijssmeedwerk kan op verschillende machines worden uitgevoerd. In de industriële productie wordt voor het matrijssmeden op hamers meestal gebruik gemaakt van stoom-luchthamers, met een tonnage van 5KN tot 300KN (0,5~30t). Matrijssmeedwerk op persmachines maakt vaak gebruik van warme matrijssmeedpersen, met een tonnage van 25000KN tot 63000KN.
De structuur van de matrijzensmeedmatrijs omvat de matrijzensmeedmatrijs met één holte en de matrijssmeedmatrijs met meerdere holten. De matrijssmeedmatrijs met één holte wordt getoond in Figuur 3-13. Het gebruikt een zwaluwstaartgroef en een wig om de vaste smeedmatrijs te houden en het te verhinderen zich links en rechts te bewegen.
De spie en het spiegat worden gebruikt om de smeedmatrijs nauwkeurig te positioneren en te voorkomen dat hij naar voren en naar achteren beweegt. De matrijs met één holte is meestal de laatste smeedmatrijs.
Tijdens het smeden wordt vaak de luchthamer gebruikt om de blenk te maken, waarna deze in één keer wordt gevormd door de meervoudige slagen van de laatste smeedmatrijs. Het gesmede deel wordt uiteindelijk verwijderd en de uitlopers worden afgesneden.
(1) Bij gieten worden grondstoffen gesmolten en op natuurlijke wijze in een mal gegoten.
Smeden houdt in dat grondstoffen tot een specifieke temperatuur worden verhit en vervolgens met behulp van gereedschap in vorm worden gebracht.
Stempelen houdt in dat grondstoffen worden gevormd met behulp van een geschikte stempelvorm.
Spuitgieten bouwt voort op gieten; hierbij wordt gesmolten materiaal onder druk in een mal geïnjecteerd, waardoor een hogere dichtheid of een preciezere vorm wordt verkregen.
Gieten: Het gesmolten, vloeibare metaal vult een vormholte en koelt af. Dit proces kan gasporiën in het onderdeel veroorzaken. Dit proces kan leiden tot gasporiën in het onderdeel.
(2) Smeden: In de eerste plaats worden materialen onder hoge temperatuur door samendrukking gevormd.
Dit proces kan de korrels in de onderdelen verfijnen.
Onderdelen met relatief gelijke dikte zijn geschikt om te vormen met plaatmetaalmet stempelen.
Onderdelen van verschillende dikte, complexe vormenen degene die geen verwarming nodig hebben zijn geschikt voor spuitgieten.
1. Gieten kan worden onderverdeeld in twee soorten: gieten onder hoge druk en gieten onder lage druk. Simpel gezegd, na het smelten van het metaal zit het verschil in de druk die wordt uitgeoefend wanneer het metaal in de mal wordt gespoten, en de temperatuur van het verhitte metaal en de gebruikte gietmachine zijn ook verschillend.
2. Smeden is een type gieten methode, maar deze werkt bij een lagere temperatuur, waarbij sommige methoden het mogelijk maken om het metaal in halfgesmolten toestand tot een eindproduct te vormen.
3. Stempelen is een proces waarbij halffabricaten bij kamertemperatuur worden gevormd tot eindproducten met behulp van machines zoals een ponsmachine.
4. Spuitgieten is een soort gietmethode bij hoge temperatuur. Bij structureel complexe, moeilijk te gieten onderdelen kan een spuitgietmachine worden gebruikt om het metaal vloeibaar te maken, in een mal te spuiten en vervolgens af te koelen. Na het afkoelen wordt de mal geopend om het product te verwijderen.