Veiligheid van lasrobots: Essentiële richtlijnen en kernpunten

Stel je een machine voor die met precisie en snelheid last, maar zonder de juiste veiligheidsmaatregelen wordt het een gevaar. Dit artikel gaat in op essentiële richtlijnen voor het veilig bedienen van lasrobots, zoals de opstelling, operationele voorzorgsmaatregelen en noodprotocollen. Door deze tips op te volgen, kunnen technici ongelukken voorkomen en een efficiënte productie garanderen. Lees verder om te ontdekken hoe u de veiligheid kunt handhaven terwijl u de kracht van lasrobots benut.

Veiligheid van lasrobots

Inhoudsopgave

Lasrobots bestaan voornamelijk uit het robotlichaam, de besturingskast (inclusief hardware en software) en geautomatiseerde lasapparatuur.

Geautomatiseerde lasapparatuur voor booglassen en puntlassen omvat bijvoorbeeld de lasstroombron (met het bijbehorende regelsysteem), draadaanvoer (voor booglassen), lastoorts (klem), enzovoort.

Als technici lasrobots bedienen, moeten er dan geen veiligheidsmaatregelen worden genomen?

Het is bijvoorbeeld essentieel om de juiste en redelijke locatie te kiezen voor de opstelling van de lasrobot.

Lasrobots bevatten veel precisiecomponenten, vooral hun besturingskasten. Ondanks een uitstekende stofbescherming kan een slechte installatieomgeving de levensduur van de robot verkorten.

I. Voorzorgsmaatregelen voor het bedienen van lasrobots

1. Voordat u de stroom inschakelt, moet u het volgende bevestigen:

a) De veiligheidsbarrière van de robot is niet beschadigd.

b) Technici zijn naar behoren gekleed in de vereiste werkkleding.

c) Beschermingsmiddelen (veiligheidshelmen, veiligheidsschoenen, enz.) zijn beschikbaar in de productiewerkplaats.

d) De lasrobot, het bedieningskastje en de bedieningskabels zijn niet beschadigd.

e) Automatische lasmachines (zoals Fronius of Lincoln lasapparaten) en laskabels zijn niet beschadigd.

f) Veiligheidsvoorzieningen (noodstop, veiligheidsgrendel, bedrading enz.) zijn niet beschadigd.

2. Controleer voordat je de lasrobot instrueert of er geen abnormale geluiden of omstandigheden zijn:

a) Bedien de lasrobot handmatig om te controleren of er geen abnormale geluiden of omstandigheden zijn.

b) Druk op de noodstopknop terwijl de servostroom is ingeschakeld om te controleren of de servostroom van de robot correct kan worden uitgeschakeld.

c) Laat de hendelschakelaar aan de achterkant van de onderwijsbox los terwijl de servostroom is ingeschakeld om te controleren of de servostroom van de robot correct kan worden afgesloten.

3. Controleer tijdens het inleren van de lasrobot het volgende:

a) Zorg ervoor dat de operator zich tijdens het lesgeven onmiddellijk buiten het bewegingsbereik van de robot kan bewegen.

b) Als je de lasrobot bedient, kijk dan zoveel mogelijk met je gezicht naar de robot (houd je ogen open).

c) Probeer te voorkomen dat je in het bewegingsbereik van de robot staat als je hem niet bedient.

d) Als je de lasrobot niet bedient, druk dan op de noodstopknop om de werking te stoppen.

e) Als er veiligheidsmaatregelen zoals veiligheidshekken voor de robot zijn aangebracht, moet er een assistent aanwezig zijn om toezicht te houden. Vermijd het bedienen van de lasrobot als de bewaker niet aanwezig is.

II. Voorzorgsmaatregelen voor automatische bediening van lasrobots

1. Bevestig het volgende voor de automatische werking:

i. Er is geen personeel binnen de veiligheidsomheining van de robot;

ii. Het juiste programmanummer dat moet worden geregenereerd, is ingesteld;

iii. De lasrobot bevindt zich in de normale bewegingspositie;

iv. De onderwijsbox bevindt zich in een geschikte positie;

v. Er bevinden zich geen gereedschappen of andere voorwerpen binnen het bewegingsbereik van de lasrobot;

vi. De bewegingssnelheid van de lasrobot (inclusief overschrijdingen) is geschikt;

vii. De lasrobot kan dringend stoppen als de veiligheidsvoorzieningen (zoals de noodstop) worden bediend;

viii. De staat is klaar om op elk moment op de noodstopknop te drukken;

ix. Als er gelast moet worden, wordt er voor het lassen een lasbeschermingsmasker opgemaakt.

2. Let tijdens de automatische werking op het volgende:

i. Druk onmiddellijk op de noodstopknop als er een abnormaliteit of gevoel van onveiligheid optreedt;

ii. Ga niet binnen het veiligheidshek van de robot of binnen het werkbereik van de lasrobot staan;

iii. Steek uw hand of gereedschap niet in de openingen van het veiligheidshek van de robot.

3. Bevestig na de automatische werking het volgende:

i. Druk na de automatische werking op de noodstopknop om de lasrobot te stoppen;

ii. Schakel de bedieningsmodus naar handmatige modus (leermodus) voordat u het veiligheidshek van de robot betreedt. Bovendien moet de lasrobot stoppen met werken als de noodstopknop wordt ingedrukt;

iii. Raak bij lassen het laswerkstuk niet rechtstreeks aan.

III. Afronden

Kortom, de lasrobot is een belangrijk apparaat dat betrokken is bij de lasproductie. Technisch personeel moet een systematische professionele training volgen voordat ze ermee kunnen werken.

Vergeet niet: sharing is caring! : )
Shane
Auteur

Shane

Oprichter van MachineMFG

Als oprichter van MachineMFG heb ik meer dan tien jaar van mijn carrière gewijd aan de metaalbewerkingsindustrie. Door mijn uitgebreide ervaring ben ik een expert geworden op het gebied van plaatbewerking, verspaning, werktuigbouwkunde en gereedschapsmachines voor metalen. Ik denk, lees en schrijf voortdurend over deze onderwerpen en streef er voortdurend naar om voorop te blijven lopen in mijn vakgebied. Laat mijn kennis en expertise een aanwinst zijn voor uw bedrijf.

Volgende

H Beam Maten en Gewichtstabel

Heb je je ooit afgevraagd wat de verborgen wereld is van H-balken? In dit boeiende artikel ontrafelen we de mysteries achter deze essentiële constructiecomponenten. Onze deskundige werktuigbouwkundige...
MachineMFG
Til uw bedrijf naar een hoger niveau
Abonneer je op onze nieuwsbrief
Het laatste nieuws, artikelen en bronnen, wekelijks naar je inbox gestuurd.
© 2024. Alle rechten voorbehouden.

Neem contact met ons op

Je krijgt binnen 24 uur antwoord van ons.